In een ratrace met de natuur
Toen Rijk Zwaan in 1997 telers een oplossing bood voor de lastige slaluis, betekende dat een keerpunt voor slatelers. Met de resistente rassen konden zij zonder zorgen hun kroppen oogsten. De beheersing van valse meeldauw is een continu proces, maar net zo essentieel voor klanten. “We kruisen al nieuwe resistenties in, voordat andere fysio’s zich aandienen. En zoeken tegelijkertijd naar een bredere weerstand”, vertelt Breeding Manager Lettuce Johan Schut.
Groot veredelingsteam
Al 25 jaar leidt Johan het veredelingssteam voor dit gewas, sinds een paar jaar samen met collega Jair Haanstra. Was het aantal collega’s toen nog zo’n twintig mensen, nu gaat het richting de zeventig. Dat is niet zo verwonderlijk, want het assortiment bevat meer dan vijfhonderd commerciële rassen in twaalf slatypen, voor zowel outdoor- als indoorteelt, in grond en op hydro, en voor verschillende landen, seizoenen en toepassingen.
Belang van resistente rassen groeit
Binnen het veredelingsteam is het zoeken naar resistenties al vanaf de jaren ’60 prioriteit. Toch wordt het belang ervan elke dag groter. De redenen zijn volgens Johan helder. “Ziekte en plagen zorgen voor grote oogstverliezen. Als een teler slaluis aantreft, kan dat zijn hele oogst onverkoopbaar maken. Hetzelfde geldt voor besmetting met valse meeldauw (Bremia). De bodemschimmel Fusarium leidt er soms zelfs toe dat telers moeten switchen naar een andere teelt of een ander teeltsysteem.”
Als tweede reden noemt de Breeding Manager de striktere regels, vooral in Europa. “Die staan steeds minder chemie toe. Als ze die nog wel kunnen inzetten, kiezen telers liever voor een resistent ras dan dat zij tijd en geld aan bespuitingen uitgeven. Ook omdat consumenten hechten aan voedselveiligheid.”
Zekerheid met resistentie tegen slaluis
Grote impact had de introductie van slarassen in 1997 met een resistentie tegen de groene slaluis Nasonovia[KvH1] ribisnigri (Nr:0). Dat was net voor Johans tijd, maar hij heeft er veel van meegekregen. “Rassen met deze resistentie waren erg succesvol, want ze betekenden dat telers verlost waren van vele bespuitingen tegen deze luis. Bovendien boden deze rassen hen zekerheid. Binnen een korte tijd hadden we deze eigenschap in 90% van onze slatypen ingekruist, zodat alle markten ervan konden profiteren. In die 25 jaar is nooit trouwens ontdekt waaróm de resistentie zo goed werkt. De slaluis prikt de sla één keer aan, maar eet er dan niet van. Hij gaat niet dood, maar hij hoeft hem niet.”
Tegenvaller met nieuwe variant
Een forse tegenvaller was de vondst van een andere variant van de slaluis in 2007, in Duitsland en Frankrijk. Deze lustte de resistente sla wel en verspreidde zich snel over Europa, vertelt Johan.
“Ik heb zelf de slavelden bezocht en met telers gesproken. De gevolgen zijn dramatisch. Slaluis gaat in de kroppen zitten, dus die zijn onverkoopbaar. Telers zetten tot nu toe systemische insecticiden om de luis te beheersen, maar deze werkzame stoffen zijn nu al of worden binnenkort in Europa verboden. De regels zijn veel strenger dan in de rest van de wereld. Telers, snijderijen en supermarkten zijn daarom erg bezorgd. Gelukkig hebben we een resistentie in wilde sla gevonden. Wij zijn bezig deze in te kruisen. Dat krijgt zeker een vervolg.”
Resistenties al inkruisen vóór een doorbraak
Zo’n resistentiedoorbraak komt bij Bremia, wereldwijd de belangrijkste ziekte in sla, veel vaker voor. Dankzij oplettende telers, die aangetaste sla naar Rijk Zwaan sturen voor analyse, kan die snel worden opgespoord. Het veredelingsteam is op alles voorbereid.
“We zoeken met DNA-merkers continu naar nieuwe resistenties, die we al inkruisen in bestaande rassen. We hebben dus resistenties klaarliggen, als er een doorbraak is. We weten alleen niet zeker of die ook tegen zo’n nieuwe fysio werkt. Maar vaak is dat wel het geval. Daarom kunnen we zo snel nieuwe rassen introduceren.”
‘Hoe kunnen we die doorbraken voorkomen?’, vroeg een collega eens aan Johan. “Dat kan gewoon niet. De Bremiaschimmel past zich aan de resistentie aan, zoals ook het coronavirus dat doet bij het menselijk immuunsysteem. Dat is de ratrace van de natuur.”
Telers wereldwijd gemoedsrust bieden
Om telers in de toekomst een structurele oplossing te bieden, zoekt het veredelingsteam naar resistenties tegen Bremia waarbij meer genen betrokken zijn. “Rassen van 100 jaar oud blijken een bredere weerstand te hebben. Best bijzonder. Waar dat in zit, is moeilijker te duiden omdat het om verschillende genen met relatief kleine effecten gaat. Maar wij passen steeds geavanceerdere onderzoekstechnieken toe om dit te begrijpen.”
Ook aan resistenties tegen de zeer schadelijke bodemschimmel Fusarium werkt het team, net als aan oplossingen voor problemen die in sommige teeltgebieden voorkomen. Johan: “In de Salinas-vallei in de USA hebben we in 2023 met succes twee INSV-resistente rassen geïntroduceerd. Zo proberen we nu en in de toekomst slatelers wereldwijd gemoedsrust te bieden. Zoals we dat al 100 jaar doen.”
7 Mijlpalen in onze sla historie
De vroege jaren
1950 | Registratie van Rijk Zwaan's eerste zelf geselecteerde sla ras
Lokale betrokkenheid door internationaal uit te breiden
1964 | Opening van ons Welver kantoor in Duitsland
Kwaliteit en efficiëntie
1970 | Slapillen maakten de weg vrij voor mechanisatie
Diversificatie
1987 | Introductie van Raisa RZ, een verbeterde eikenbladsla
Resistentieveredeling
1997 | Introductie van Nasonovia resistentie
De Keten
2006 | Salanova’s ‘one cut, ready’ concept gaf een vlucht aan voorverpakte sla
Vooraanstaand in de teelttechnologie
2020 | Opening van ons Trial Centre Hydroponics in Dinteloord